Wijziging in de Belgische wetgeving voor maximaal plasmavolume
Vanaf heden is er een belangrijke wijziging in de Belgische wetgeving omtrent plasmadonatie van kracht. Het maximaal af te nemen plasmavolume per donatie is namelijk aangepast naar 765 ml.
Het afnamevolume voor plasma wordt berekend op basis van het totale bloedvolume van de donor (geschat op basis van lengte, gewicht en geslacht) en de regelgeving die bepaalt dat de afgenomen hoeveelheid plasma niet meer dan 765ml en 16% van dit totale bloedvolume mag bedragen.
Wie komt in aanmerking voor de verhoogde plasmadonatie?
Niet elke donor komt in aanmerking voor het hogere afnamevolume. Alleen donoren die over een voldoende bloedvolume beschikken, kunnen veilig grotere hoeveelheden plasma afstaan. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de hoeveelheid plasma die de donor de afgelopen maand reeds gedoneerd heeft.
Het exacte afnamevolume wordt bepaald tijdens het controlemoment voorafgaand aan de donatie. Hier wordt rekening gehouden met lengte, gewicht en geslacht van de donor en hoeveel plasma de donor de afgelopen maand reeds heeft gedoneerd. De collectearts of gezondheidswerker informeert de donor over het maximale volume dat kan worden afgenomen. Hierbij kan steeds voor een lager afnamevolume geopteerd worden, om medische redenen en/of op vraag van de donor.
Ondanks het grotere volume, brengt de verhoogde afname geen extra risico's met zich mee voor donoren die over voldoende bloedvolume beschikken. Het percentage van het bloedvolume dat wordt afgenomen, blijft namelijk vergelijkbaar met dat van andere donoren.
Het plasma dat uiteindelijk in de afnamezak terechtkomt, is vermengd met een kleine hoeveelheid antistollingsproduct. Dit is nodig om stolling van het bloed dat afgenomen wordt in het plasmatoestel, te voorkomen. Door de aanwezigheid van dit antistollingsproduct is het totaalvolume dus hoger dan het werkelijke volume plasma dat je doneert.