Deze productfiche beschrijft een patiënt-specifiek bloedproduct dat enkel op bestelling in het kader van specifieke indicaties wordt bereid. Het is voor een welbepaalde patiënt bestemd en wordt via een aparte bestelprocedure met het bestelformulier voor patiënt-specifieke bloedproducten aangevraagd. Om een tijdige aflevering te verzekeren moet het 24u op voorhand worden besteld.
Code 'Dienst voor het Bloed'
Niet bestraald:
E4999V00
E4999VA0
Bestraald:
E5000V00
E5000VA0
RIZIV-Code
Gehospitaliseerd: 752 463
Niet-gehospitaliseerd: 752 452
Een gewassen erytrocytenconcentraat wordt bereid door een bijkomende bewerking van een gedeleukocyteerd erytrocytenconcentraat. In een gesloten en geautomatiseerd systeem worden de erytrocyten herhaalde malen gewassen met een koude isotone zoutoplossing (NaCl 0,9 %) om alle restplasma te verwijderen. Aan de gewassen rode bloedcellen wordt verse bewaarvloeistof (SAGM) toegevoegd. Het volume van een gewassen erytrocytenconcentraat bedraagt minimum 210 ml, bewaarvloeistof inbegrepen.
Een gewassen erytrocytenconcentraat heeft een hematocrietwaarde tussen 0,50 - 0,70 en bevat minimaal 40 g hemoglobine. Het eiwitgehalte is minder dan 0,5 g per gewassen erytrocytenconcentraat.
Alle erytrocytenconcentraten zijn gedeleukocyteerd en bevatten minder dan 1 x 106 leukocyten/product.
Desgewenst wordt het product bestraald. De bestralingsdosis bedraagt niet minder dan 25 Gray en niet meer dan 50 Gray. De bestraling wordt uitgevoerd na het wassen.
Een gewassen erytrocytenconcentraat wordt enkel gebruikt bij specifieke indicaties: de behandeling van anemie of bloedingen bij patiënten met antistoffen tegen plasmaproteïnen, in het bijzonder patiënten met anti-IgA, en bij patiënten die herhaaldelijk een ernstige allergische transfusiereactie vertoonden na transfusie van bloedproducten. Aan pasgeborenen met enterocolitis geassocieerd met expressie van T-antigeen moet eveneens gewassen erytrocytenconcentraat worden toegediend. In uitzonderlijke gevallen kan een gewassen erytrocytenconcentraat gebruikt worden voor massale transfusie bij neonati ter verlaging van de kalium-ion-concentratie.
Dosis
Transfusie van één erytrocytenconcentraat verhoogt de hemoglobineconcentratie bij een persoon van 70 kg die niet actief bloedt met gemiddeld 1 g/dl en de hematocrietwaarde met ± 3 %.
Speciale voorzorgsmaatregelen
Bij de selectie van een erytrocytenconcentraat om te wassen moet behalve met ABO- en resus D ook rekening gehouden worden met eventueel aanwezige onregelmatige antistoffen bij de ontvanger. Deze moet dus vooraf hiervoor getest worden. Voor vrouwen jonger dan 50 jaar worden bij voorkeur Kell-negatieve erytrocytenconcentraten gebruikt. Het gewassen erytrocytenconcentraat moet voor toediening nog gekruist worden met een serumstaal van de ontvanger door het laboratorium van het aanvragend ziekenhuis. Het rapport van het compatibiliteitsonderzoek dient zowel de identiteit van de patiënt, het unieke nummer van het erytrocytenconcentraat en het resultaat te vermelden.
Onmiddellijk voorafgaand aan de transfusie dient te worden nagegaan of de toe te dienen eenheid voor de betreffende patiënt is bedoeld.
Bij patiënten met een ernstige immuundeficiëntie zijn bestraalde bloedproducten aangewezen.
Gebruiksaanwijzing
Voor de duur van de transfusie moet een aseptische techniek worden toegepast. Toediensets en filters dienen tijdig te worden vervangen in geval van transfusie van meerdere eenheden. Het erytrocytenconcentraat wordt intraveneus toegediend via een perfusieset met standaardfilter (170-260 µ). Gedurende de eerste 10 tot 15 minuten wordt een lage infusiesnelheid ingesteld en wordt de patiënt nauwgezet geobserveerd op een eventuele transfusiereactie. Vervolgens wordt de infusiesnelheid verhoogd in functie van de klinische toestand. De gemiddelde transfusieduur van een erytrocytenconcentraat bedraagt 1 tot 2 uur. Er wordt aangeraden de duur voor transfusie van één eenheid te beperken tot een maximum van 4 uur.
Eventuele restanten worden verwijderd als medisch afval.
Opwarmen van het bloed bij kamertemperatuur voor toediening is niet nodig.
Opwarmen van bloedproducten tijdens toediening is enkel vereist bij massale transfusie (> 50 ml per minuut, of > 15 ml/kg/uur bij kinderen), inclusief wisseltransfusie, - om hypothermie van de patiënt te voorkomen -, en bij klinisch belangrijke koude agglutininen. Hierbij moet gebruik gemaakt worden van speciale en voor deze toepassing gevalideerde verwarmingstoestellen.
De meest frequent voorkomende bijwerkingen van een transfusie van bloedproducten zijn rillingen, koorts en symptomen van allergisch aard zoals urticaria en jeuk.
Ernstige, mogelijk dodelijke, ongewenste bijwerkingen zijn: circulatoire overvulling met longoedeem, transfusie-gerelateerde acute longaandoening (TRALI), bacteriële sepsis,
hemolytische transfusiereactie en ernstige allergische reacties zoals anafylactische shock.
Verder kunnen voorkomen: posttransfusie purpura, chemische verstoring bij massale transfusie (hyperkaliëmie), transfusie-geassociëerde graft versus host-ziekte (TA-GVHD) (indien niet bestraald).
Door bloed en bloedderivaten kunnen infecties worden overgedragen: met virussen (B19 parvovirus, CMV*, HAV, HBV, HCV, HIV…), met bacteriën (syfilis), met protozoa (malaria, leishmania, trypanosomiase) en met ongekende ziekteverwekkende agentia.
Bij frequente transfusies of transfusies gedurende lange tijd kan ijzerstapeling optreden.
Indien een acute transfusiereactie optreedt, dient de transfusie onmiddellijk te worden stopgezet en moet een aangepaste therapie gestart worden.
Volgende laboratoriumtests kunnen nuttig zijn bij ernstige reacties: hemolyseparameters (haptoglobine, vrij hemoglobine, LDH, bilirubine), herhaling kruisproef en bloedgroepbepaling van patiënt en product, rechtstreekse antiglobulinetest, serum IgA, hemocultuur van de patiënt en bacteriologisch onderzoek van de toegediende eenheid.
Bij een milde allergische transfusiereactie (jeuk, roodheid, urticaria) kan de transfusie eventueel na toediening van antihistaminica of corticosteroïden worden verder gezet.
* Van gedeleukocyteerde bloedproducten wordt algemeen aangenomen dat door de eliminatie van de witte bloedcellen de kans op transmissie van het CMV-virus nagenoeg volledig wordt vermeden. Voor indicaties van het gebruik van bloedproducten afkomstig van donoren die serologisch negatief zijn voor CMV: zie onder CMV-negatieve bloedproducten.
Het erytrocytenconcentraat mag niet gemengd worden met geneesmiddelen of infusie-vloeistoffen. Fysiologische zoutoplossingen mogen samen met bloed worden toegediend, maar niet worden toegevoegd aan de bloedzak.
Een gewassen erytrocytenconcentraat moet binnen de 48 uur na bereiding worden toegediend.
Bij gebruik voor massale transfusie bij neonati of jonge kinderen moet het binnen de tijdspanne van 6 uur na bereiding worden toegediend. Het wordt bewaard tussen + 2 °C en + 6 °C.
Een erytrocytenconcentraat mag niet gebruikt worden bij tekenen van beschadiging of bederf.
Het bloed wordt afgenomen van vrijwillige, niet-bezoldigde donoren, geselecteerd volgens de normen vastgelegd in de Belgische wetgeving en de procedures van de Dienst voor het Bloed van Rode Kruis-Vlaanderen.
Bij elke donatie wordt de donor gekeurd door een arts en getest op antistoffen tegen de humane immunodeficiëntievirussen (anti-HIV-1 en HIV-2), op antistoffen tegen het hepatitis C-virus (anti-HCV), op het hepatitis B-virus-oppervlakteantigen (HBsAg) en op antistoffen tegen Treponema pallidum. HIV, HBV en HCV worden ook opgespoord d.m.v. NAT-testen.
De producten afkomstig van donaties met positieve testresultaten worden vernietigd.
Wanneer producten bereid uit menselijk bloed worden toegediend kan overdracht van een infectieus agens niet helemaal worden uitgesloten. Het residuele risico op overdracht van HIV, HBV of HCV door transfusie van een eenheid wordt geraamd op respectievelijk 1 op 4 à 6 x 106 , 1 op 0,3 à 1 x 106 en 1 op 700.000.
Transmissie van tot nog toe onbekende pathogenen kan niet worden uitgesloten.
Op medisch voorschrift, na bestelling.
Bestel minstens 24 u voor het gewenste tijdstip van aflevering.
Laatst aangepast op 11/04/24.