Wat is een krijgsgevangene?
Wat is een krijgsgevangene?
Je kan een krijgsgevangene het best omschrijven als volgt:
- strijder
- in internationaal gewapend conflict
- in handen van tegenpartij gevallen
- kan daardoor niet langer deelnemen aan vijandelijkheden
Zo staat het ook gedefinieerd in het internationaal humanitair recht (IHR). De persoon in kwestie kan gevangen genomen zijn of het kan ook dat hij zich heeft overgegeven.
De keuze voor het woord “strijder” is overigens niet toevallig: het gaat namelijk niet alleen om soldaten of andere officiële legereenheden. Want strijders kunnen bijvoorbeeld ook tot milities of vrijwilligerskorpsen behoren, al moeten zij dan wel bij één van de conflictpartijen horen én moeten ze daarnaast ook voldoen aan bepaalde voorwaarden.
Welke rechten heeft een krijgsgevangene?
De rechten van krijgsgevangenen worden zeer gedetailleerd beschreven in het Derde Verdrag van Genève van 1949. Net als het Eerste, Tweede en Vierde Verdrag, werd dat ondertekend door 196 landen, waaronder ook Oekraïne en Rusland.
Vooreerst is het gevangen nemen en houden van krijgsgevangenen geen vorm van bestraffing. Krijgsgevangenschap heeft enkel tot doel om de strijder te weerhouden van nog verder deel te nemen aan het gewapende conflict. Met andere woorden: krijgsgevangenen mogen niet vervolgd worden door de partij die hen vasthoudt, tenzij er sprake zou zijn van oorlogsmisdaden of andere (inter)nationale misdrijven. Dus voor het louter deelnemen aan het gewapend conflict, kunnen ze niet vervolgd worden onder het IHR.
Daarnaast zijn de conflictpartijen verplicht om krijgsgevangen menselijk te behandelen en hen van de nodige basisbehoeften te voorzien. Zo moeten ze de gevangen strijders voedsel, water, kledij, onderdak en medische verzorging verschaffen. Alle daden van geweld, waaronder mishandeling en marteling, maar ook intimidatie, zijn dus absoluut verboden. Bovendien moet de gevangene – al dan niet rechtstreeks – met het thuisfront kunnen communiceren en moeten families in contact kunnen blijven.
Het is ten slotte ook niet toegelaten om afbeeldingen of video's van identificeerbare krijgsgevangenen publiek te verspreiden met als doel aan de publieke nieuwsgierigheid te voldoen. Een vaak gebruikt argument daarbij is dat dergelijke beelden die in de media circuleren als bewijs kunnen dienen dat de gevangenen nog in leven zijn. Maar het IHR voorziet daarvoor andere methodes, waaronder de bezoeken van het Internationale Rode Kruiscomité, dat krijgsgevangenen registreert. Zij hebben namelijk bij het Derde Verdrag van Genève het mandaat gekregen om alle locaties te bezoeken waar krijgsgevangen zitten. Enerzijds om hun menselijke behandeling en omstandigheden te kunnen verzekeren en anderzijds om de contacten met hun families te herstellen.
Hoe zit dat met vrijlating of uitwisseling?
Omdat het krijgsgevangenschap dus geen bestraffing is, moeten de gevangen strijders zo snel mogelijk vrijgelaten worden wanneer het gewapende conflict ophoudt. Al geldt ook hier een strafrechtelijke vervolging voor vermeende oorlogsmisdaden of andere (inter)nationale misdrijven als uitzondering. Bij de vrijlating dient meteen een repatriëring te volgen, wat voor bepaalde krijgsgevangenen echter al voor het einde van het conflict moet gebeuren – bijvoorbeeld in geval van ernstige ziekte of zware verwondingen.
Stel dat een krijgsgevangene toch zou sterven voor die repatriëring kon plaatsvinden, voorziet het IHR dat de stoffelijke overschotten, op verzoek van de tegenpartij, moeten teruggestuurd worden. Ook in dergelijke terugkeeroperaties kan het Internationale Rode Kruiscomité als neutrale bemiddelaar optreden. In 2021 gebeurde dat bijvoorbeeld in Azerbeidzjan, in kader van het Nagorno-Karabach conflict.
Hoewel de regels rond vrijlating en repatriëring van krijgsgevangenen na afloop van een gewapend conflict dus nauwlettend bepaald zijn door het IHR, zeggen de Verdragen van Genève niets over eventuele uitwisselingen tijdens dat conflict. In de praktijk is dit nochtans wel gebruikelijk, waarbij wederom het Internationale Rode Kruiscomité als neutrale bemiddelaar de uitwisseling van de krijgsgevangenen kan faciliteren. Al zal dat dan enkel gaan over de praktische organisatie van de repatriëring, niet over de onderhandelingen. Want die moeten de conflictpartijen zelf onderling voeren, inclusief afspraken over de uit te wisselen personen, het tijdstip en de modaliteiten. Het Internationale Rode Kruiscomité was zo al meermaals betrokken in de uitwisseling van krijgsgevangen, zoals bijvoorbeeld in het conflict in Jemen in 2020.