Vragen na je donatie

Een normale, licht verteerbare maaltijd eten zo'n 2 uur voor je komt doneren is ideaal. Een rustpauze, koekje en verder normaal voedingspatroon na afloop volstaan ook om de bloedbestanddelen snel weer op peil te brengen. Drink zowel voor als na je donatie meer water dan gewoonlijk voor een goede vochtbalans. Andere niet-alcoholische dranken kunnen natuurlijk ook. Op onze bloedinzamelingen en in de donorcentra krijg je water en drankjes aangeboden voor en na je gift. Neem die zeker aan. In de 24 uur nadien is het een goed idee om vochtafdrijvende dranken zoals alcohol en koffie te mijden.

Tips voor het menu: vlees, vis, schaal-en schelpdieren, gevogelte, eieren, donkere (blad)groenten, paddenstoelen, volkoren brood, graanproducten, bonen, peulvruchten, fruit, noten, zaden en pitten. Dat zijn voedingsmiddelen rijk aan ijzer, vitamine B12 en foliumzuur. Ideaal om na een bloeddonatie het hemoglobinegehalte weer op peil te brengen. Als je ook nog wat fruit eet met veel vitamine C (citrusvruchten, kiwi’s, blauwe bessen bijvoorbeeld), dan wordt het ijzer uit de plantaardige voedingsmiddelen beter opgenomen.

Een grote lichamelijke of sportieve inspanning is niet aan te raden. Tot zo'n 12 uur na de afname. Want je bloeddruk kan wat lager of minder stabiel zijn. Ook lang rechtstaan vermijd je 't best de eerste 4 uur na de afname. Zo voorkom je eventuele duizeligheid, bloeddrukdaling of bewustzijnsverlies.

Ja. De meeste bezigheden kan je na de afname gewoon hervatten. Tijdens de eerste uren na de afname doe je weliswaar beter geen topprestaties. Dan is de transportcapaci­teit voor zuurstof in je bloed lager. Een gevaarlijk beroep uitoefenen of een grote lichamelijke of sportieve inspanning doen, raden we dan ook af. Tot zo'n 12 uur na de afname. Want je bloeddruk kan wat lager of minder stabiel zijn. Ook lang rechtstaan vermijd je 't best de eerste 4 uur na de afname. Zo voorkom je eventuele duizeligheid, bloeddrukdaling of bewustzijnsverlies.

Meld het ons zeker (vertrouwelijk). Zelfs bij de kleinste vorm van twijfel. Het is belangrijk dat je ons altijd op de hoogte brengt van eventuele risico’s op besmettingen. De reden? De zogenaamde vensterperiode. Dat is de periode tus­sen een besmetting met een virus en het tijdstip waarop het virus in het bloed pas zichtbaar wordt. In die tussenperiode is het virus niet traceerbaar. Ook niet met labotests! Die vensterperiode kan enkele weken duren. In sommige gevallen tot 6 maanden. Als je recent geïnfecteerd bent geraakt, kan het dus zijn dat we het virus nog niet kunnen opsporen in je bloedgift.

Om 100 % zeker te vermijden dat we besmet bloed in omloop brengen, is het dus uiterst belang­rijk dat je ons bij de minste twijfel op de hoogte brengt. Is dat niet gebeurd tijdens het gesprek met de donorarts of bij het invullen van de vragenlijst? Dan kan het ook nadien nog. Gebruik daarvoor de postdonatie-donorkaart die je bij je registratie op de inzameling hebt ontvangen. Op dat kaartje staan de nodige instructies, een telefoon­nummer en enkele gegevens over je gift. Zo'n melding na donatie gebeurt vertrouwelijk. Wat zijn risicosituaties? En wat gebeurt er als ik risico's niet meld?

Normaal gezien brengt het doneren van bloed-, plasma-of bloedplaatjes geen nare gevolgen met zich mee. Toch zijn er reacties mogelijk. Op de bloedinzameling doen onze medewerkers er alles aan om die te voorkomen of zo goed mogelijk op te vangen.

Ben je na je donatie ziek, of krijg je koorts (hoger dan 37,5°C de eerste 72 uur na je donatie)? Dan heb je misschien een infectie. Die infectie kon al aanwezig zijn bij je donatie. Het kan ook zijn dat je na je donatie verneemt dat je eigenlijk al ziek was op het moment van je donatie. Of dat je in de 14 dagen na je donatie een positieve coronatest aflegt. Het is dan belangrijk dat je ons dat zo snel mogelijk meldt. Zo help je mee aan een veilige bloedvoorraad.

Nee. Een bloed-, plasma- of bloedplaatjesgift is en blijft altijd anoniem. Elke bloedzak bevat een donatienummer. Dat nummer verwijst naar een donor. Maar de bloedzak op zich verraadt nooit zijn herkomst. De naam van de donor wordt nooit bekend gemaakt aan de ontvanger van het bloed. Daardoor kan je ook als donor niet zelf bepalen wie je helpt met je bloed, plasma of bloedplaatjes.

Aarzel niet en vertel het ons. We waarderen je feedback. Samen kunnen we onze dienstverlening blijvend verbeteren.

Neem gerust contact op met ons medisch secretariaat.

• Voor Oost- & West-Vlaanderen: medischsecretariaat.gent@rodekruis.be of 09 244 56 65.
• Voor andere regio's: medischsecretariaat.mechelen@rodekruis.be of 015 44 57 44.